Instructies examinator



In deze instructie vindt u de informatie die u als examinator nodig heeft om op de juiste wijze een beroepsgericht examen af te nemen en te beoordelen. 

Uitgangspunten: 

  • bij beoordeling van het examen zijn twee examinatoren betrokken 
  • examinatoren zijn onafhankelijk 
  • examinatoren zijn deskundig en bekwaam om het betreffende examen op de juiste wijze te beoordelen 

Elk examen betreft een werkproces. Elk werkproces is een onderdeel van een kerntaak. Als alle kerntaken met een voldoende zijn geëxamineerd heeft de kandidaat het beroepsgerichte deel van het diploma behaald. 

Wat u vooraf moet weten: 

  • Het examen is een onderdeel van een examenplan. Hierin staan alle beroepsexamens voor de opleiding. 
  • Ook ziet u alle beoordelingsvormen die worden gebruikt en welke bewijsstukkende de kandidaat na afloop moet inleveren. 
  • Elk examen bestaat uit de beoordeling van een werkproces. Examens kunnen ‘los’ worden afgenomen of gecombineerd in een exameneenheid. Ook dan beoordeelt u elk examen afzonderlijk. 

Elk examen is opgebouwd uit: 

  • een opdracht voor de kandidaat die u moet beoordelen 
  • het resultaat dat de kandidaat behaald moet hebben aan het eind van de opdracht 
  • één of meer beoordelingsvormen die voor de beoordeling van dit examen worden gebruikt 
  • een lijst met in te leveren bewijsstukken 
  • de beoordelingslijst: per beoordelingsvorm staan hier de criteria waarop u de kandidaat beoordeelt 
  • de beoordeling per criterium op een driepuntschaal: Onvoldoende Voldoende Goed 
  • de cesuur: alle criteria moeten met minimaal voldoende zijn beoordeeld 
  • de normering: hoe u tot het eindresultaat van dit examen komt  

Handtekeningen:

  • examinatoren ondertekenen het beoordelingsformulier per examen in ter bevestiging van hun oordeel 
  • soms ondertekent de examenkandidaat het beoordelingsformulier voor 'gezien' 

Voorbereiding van het examen: 

  • Stel u op de hoogte van de examenprotocollen en afnamecondities van de examenorganisatie (de opleiding). 
  • Stel u op de hoogte van instructies en protocollen binnen het bedrijf of de instelling waar het examen wordt afgenomen. 
  • Controleer of de kandidaat beschikt over alle benodigde materialen en middelen om het examen veilig, op de juiste wijze en op het juiste niveau uit te kunnen voeren. 
  • Lees de opdracht en het resultaat zorgvuldig, zodat u weet: 
    • wat de kandidaat moet doen tijdens de opdracht 
    • wat zijn taak en verantwoordelijkheid daarbij is 
    • hoe zelfstandig hij dit moet uitvoeren 
    • wat het resultaat van de opdracht moet zijn 
    • welke producten de kandidaat moet opleveren 
    • aan welke criteria per beoordelingsvorm de kandidaat moet voldoen 

Uitvoering van de examenopdracht: 

  • De kandidaat: 
    • voert het examen uit volgens de gemaakte afspraken, volgens examen- en afname condities van de examenorganisatie. 
    • voert de opdracht taakbewust en zelfstandig uit, zoals in de opdracht is aangegeven. 
    • maakt de producten en/of bewijsstukken die in de opdracht worden gevraagd. 
    • voert de opdracht uit volgens regels, instructies en protocollen binnen het bedrijf of de instelling waar het examen wordt afgenomen. 
    • levert alle bewijsstukken van het examen in volgens afspraken en richtlijnen binnen de examenprocedure van de opleiding. 

Beoordeling van het examen:

  • De opleiding heeft vooraf bepaald welk (deel van het) examen u beoordeelt. 
  • U beoordeelt de kandidaat aan de hand van de criteria op de beoordelingslijsten per examen. 
  • Het voorblad is ter invulling van de examencommissie van de opleiding. 
  • U vult de beoordelingslijsten in en onderbouwt uw beoordeling met waarnemingen uit het examen. 
  • Conform normering en cesuur komt uw eindbeoordeling van het examen tot stand. 
    • Onvoldoende er zijn één of meer beoordelingscriteria met onvoldoende beoordeeld 
    • Voldoende alle beoordelingscriteria zijn met minimaal een voldoende beoordeeld 
    • Goed alle criteria zijn met minimaal voldoende beoordeeld en meer dan de helft daarvan met goed 
  • Met behulp van de beschrijving bij de normering komt u tot een duidelijk eindoordeel van het examen. 
  • Per werkproces staat aangegeven hoeveel punten in totaal nodig zijn voor de eindwaardering 'goed'. 
  • Bij ‘onderbouwing’ rapporteert u transparant waarop u dit oordeel baseert. 
  • U plaatst uw handtekening onder de beoordelingslijst om uw beoordeling te bekrachtigen. 
  • Bent u de examinator uit de praktijk dan tekent u ook voor van de authentieke uitvoering van de examenopdracht en voor de echtheid van de examenproducten en bewijsstukken die de examenkandidaat heeft ingeleverd bij de opdracht. 
  • De examencommissie van de opleiding stelt de beoordeling vast en besluit of de kandidaat al dan niet geslaagd is voor het examen. 
  • Het resultaat van alle beroepsexamens wordt uitgedrukt in een beoordeling per werkproces en uiteindelijk een beoordeling per kerntaak.
Naar boven
/var/www/bib-breedopleidengw-davinci.learningmatters.nl